Mien Visser met haar pleegkinderen ergens in het begin van deze eeuw.
Mien Visser met haar pleegkinderen ergens in het begin van deze eeuw.

Bij Mien Visser stond altijd de deur open

Algemeen

WAALRE - Van 3 tot en met 10 november is het de week van de pleegzorg. Ook in Waalre zijn sinds jaar en dag pleeggezinnen. Zo ook het pleeggezin van Mien Visser. “Ze keek gewoon naar wie je bent en dat was voor haar genoeg.” 

door Noortje de Vries

Ruim 55 jaar woonde Mien met haar vijf kinderen en pleegkinderen op de Hermelijnlaan 5. Dochter Helma van Lieshout (50), weet nog hoe het begon. “Er stond een oudere man op straat en niemand wilde hem in huis nemen. Mijn moeder heeft hem toen onderdak geboden.” Mien was gescheiden van haar man en verhuisde in de jaren ‘70 naar de Hermelijnlaan 5. Tijdens haar werk in een zogenoemd werkhuis kwam ze voor het eerst in aanmerking met pleegkinderen. ‘Dat was voor haar een grote inspiratie”, vertelt Helma. “Niet lang daarna kreeg ze haar eerste pleegkind.”

Een van de pleegkinderen die Mien heeft opgevangen is Sergio Vyent. Nu bekend als de gastheer bij het programma First Dates. Sergio kwam op 11-jarige leeftijd in het gezin van Mien. Hij wilde niet meer in kindertehuizen wilde wonen en was van Amsterdam naar Eindhoven gegaan om zijn zus Eartha te zoeken. Helma was in die tijd ook 11 en zag een advertentie in de krant over twee Surinaamse kinderen die een pleeggezin zochten. “Ik vond Sergio echt heel knap en vroeg aan ons mam of we hen niet in huis konden nemen.” Maar de verliefdheid was meteen over op het moment dat Sergio binnenstapte. “Toen we naast elkaar zaten voelde het als broer en zus. Dat gold zowel voor mij als voor Sergio.”

Een huis vol

Bij de familie Visser krioelde het altijd van de kinderen. Daarnaast liepen er drie honden, vier katten en twee papegaaien rond. De tv en de radio stonden vaak aan en er kwam van overal geluid. Maar het was nooit chaotisch. Het huis op de Hermelijnlaan telde vier slaapkamers en een zolder. Naast de vijf kinderen van Mien waren er ook altijd pleegkinderen in huis verbleven en dus werd alles gedeeld. “Elke kamer had stapelbedden of een tweepersoonsbed. Daarnaast had mijn moeder ook een groot bed waar altijd kinderen in sliepen.” Dat was volgens Helma heel normaal. “Schuif maar een beetje op of haal maar een bedje bij, zei ons mam dan. Er kon altijd wel iemand bij.” Zussen Anke en Ilse Somers woonde in die tijd iets verderop in de Daslaan. “Ik speelde altijd met Jopie, Helma en Sergio in het speeltuintje bij de garage achter de Hertenlaan”, vertelt Anke. Zij en Ilse vonden de kinderen van Mien een beetje spannend omdat ze anders waren.  “Het was een gezin met heel verschillende kinderen en dat was raar. In die zin dat je er meer van wilde begrijpen. Maar we speelden samen in de buurt en het was altijd gezellig.”

Geen vooroordelen

Helma kan het aantal pleegkinderen die bij hen woonde, niet meer tellen. “Sommige bleven heel lang, anderen maar een paar maanden tot er een kamer vrijkwam. Daarnaast deed ons mam veel crisisopvang.” Het maakte Mien namelijk niks uit waar je vandaan kwam. “Ze keek gewoon naar wie je was en dat was voor haar genoeg”, zegt Helma. Ze ziet nu wel in dat dit in de jaren ‘70 een heel moderne gedachte was. Vooral in een wit dorp als Waalre.

Mien was van nature een echte moeder. “Ze gaf je altijd een aai over je bol”, vertelt Helma. “Voor de oudere kinderen die al werkten maakte ze altijd broodtrommels klaar. Als je dat nooit hebt gehad, is dat heel erg fijn.”
Mien zorgde ook altijd dat de ouders zich op hun gemak voelden. “Ouders van pleegkinderen vinden zichzelf vaak een slechte ouder. Ons mam betrok de ouders bij het proces voor zover dat kon. De insteek was altijd dat de kinderen weer terug zouden kunnen naar de ouders. Ze gaf mensen ook nooit het gevoel dat ze slecht waren. Dat was haar kracht.”