Kabouter Egbert Bosrand vertelt over de kabouters in het bos in Aalst. (Foto: Connie Sinteur)
Kabouter Egbert Bosrand vertelt over de kabouters in het bos in Aalst. (Foto: Connie Sinteur)

Wie is toch kabouter Egbert Bosrand?

Algemeen

AALST - Al een jaar of vier worden er in deze tijd van het jaar kaboutertjes in het bos in Aalst gesignaleerd. Niemand begrijpt er iets van. Waar komen die zo op eens vandaan? En waarom wonen ze alleen in een vliegenzwam, zo’n paddenstoel rood met witte stippen. De redactie van De Schakel vond dat Connie Sinteur, fotograaf van het weekblad en correspondent Wilma Stofmeel dat maar eens moesten gaan uitzoeken. Zo gingen ze op een rustige dag in de herfstvakantie op pad.

door Wilma Stofmeel

Het was wel even zoeken in het bos, dit jaar staan er minder vliegenzwammen dan andere jaren. Na lang zoeken vonden ze een prachtig exemplaar. Vol bewondering bekeken de twee dames de paddenstoel. “Kijk toch eens wat een mooi exemplaar”, zei Wilma,  “alsof het rood er op geschilderd is, en zo leuk met witte stippen net zoals in het liedje.” Connie lag inmiddels al op haar knieën en bekeek de paddenstoel van onderen en zei: “Moet je de onderkant zien kijk in die plooien zitten de sporen, knap stukje werk van de natuur.”

De kabouter

Opeens kreeg Connie een tik tegen haar neus, ze schrok ervan. Wat was dat, een bosmuisje? Ze schoot rechtop en toen zagen ze hem tegelijkertijd; een echte kleine kabouter. “Zeg, kijk je wel even uit wat je doet met mijn huisje”, mopperde de kabouter, “straks valt die om en ik heb geen zin op zoek te gaan naar een ander huis, er staan er toch al zo weinig in het bos.” Connie en Wilma waren met stomheid geslagen. De verhalen, roddels en gefluister kloppen dus echt, er wonen kabouters in het bos. “Dag meneer de kabouter,” begon Wilma toen ze van de verbazing was bekomen. “Wij zijn toevallig naar u op zoek. Ik heet Wilma en ik schrijf voor De Schakel en Connie hier de maakt er foto’s voor. Ik heb een paar vragen, heeft u even tijd?” De kabouter krabde eens in zijn baard en zei: “Eventjes dan, ik heb nog zoveel te doen.” Na de vraag van Wilma blijkt dat het hier gaat om Kabouter Egbert Bosrand. Wilma ; “Waarom komt u alleen in de herfst te voorschijn?” Egbert: “Dat lijkt me logisch, dan zijn er pas rode paddenstoelen en daar wonen wij tijdens de herfst in om het bos winterklaar te maken. Als het een erg vochtige zomer is, zijn er al heel vroeg paddenstoelen, maar je ziet zelden de vliegenzwam en daar wonen wij graag in. Weet je, de vliegenzwam is een beetje giftig, die eten de dieren niet op. Zo kunnen wij veilig wonen, zonder dat we met huis en al worden opgegeten.”

Niet meenemen

Wilma; “Bent u niet bang dat wandelaars in het bos u oppakken en meenemen?” Kabouter Egbert antwoordt: “Soms gebeurt dat wel eens. Vaak als wij geen vin verroeren, laten de mensen ons met rust. Ik vind het trouwens helemaal niet erg als een mensenkind mij meeneemt, als die maar goed voor me zorgt en een huis met een bedje voor me heeft.” Wilma vraagt verbaasd: “Maar als niemand jullie meeneemt, hoe komt het dan dat jullie plotseling ook weer verdwijnen?” Egbert schiet in de lach: “Als ons werk erop zit en het tijd is om te gaan, nemen wij de nachtvlucht met de ganzen die naar het zuiden trekken. Maar nu moet ik verder, ik heb wat zaadjes geplant, die hebben water nodig.” Toen Egbert klaar was met zijn werk bleef hij roerloos staan en verroerde geen vin. Connie maakte snel een foto van Egbert Bosrand. Natuurlijk namen ze de kabouter niet mee, dat mogen alleen de kinderen doen.

Het mysterie moet een mysterie blijven; daarom is het verhaal over de kabouters in het bos in deze vorm gegoten. Met dank aan Wilma Stofmeel en Connie Sinteur.