Waalres Erfgoed: van de werkgroep Materiële Volkscultuur
Algemeen 175 keer gelezenWAALRE - De moestuin was voor de werkman een belangrijke voedingsbron waar veel tijd en arbeid in ging zitten om in het onderhoud van het gezin te voorzien.
Als bescherming van het dure zaaigoed werden vogels geweerd en gevangen. Mussen waren talrijk aanwezig, ze zaten onder elk dak en houthoop. De mussenklem bestaat uit een kunstig gevormd draadwerk met veer en lockbeugeltje om scherp te stellen waaraan een broodkorstje zat om zo mussen te vangen.
Brabants gezegde (Mandos, blz. 334): “Ge vangt gèn musse mi kaf, daor moete korre bè hebbe”
In de nacht laat de mol zijn sporen achter met hopen en gangen door de moestuin op zoek naar wormen en kevers die in de vruchtbaar gemaakte grond leven. De mollenklem bestaat uit een constructie van twee scharnierende delen bandijzer met een bladveer en een scherpstelplaatje. Het grondgedeelte werd in de gang geplaatst. Brabants gezegde (Mandos, blz, 327): “werken voor de mol”
