Buurtbus met mondkapje
Buurtbus met mondkapje Foto: Eugene Burgman

Buurtbusbabbel - hoe streng moet de buurtbus zijn

Algemeen 220 keer gelezen

Als ik bij de start van mijn middagdienst naar onze buurtbus toeloop, zie ik dat het jammer genoeg een ruilbus is. Onze eigen bus zal dus wel in reparatie zijn vandaag. Zo’n ruilbus is een oud exemplaar, dat op z’n oude dag in geval van nood nog wordt ingezet, maar wel minder prettig is dan onze normale bus. Zo is de ingang niet erg klantvriendelijk, namelijk erg hoog, met twee fikse treden, en bovendien aan de smalle kant. Maar goed, ik zal ’t er mee moeten doen vandaag!

Bij de vierde halte staat één van mijn vaste klanten al te wachten, klaar voor haar wekelijkse marktbezoek. Maar hoewel ze anders nooit hulp nodig heeft, lukt het haar deze keer niet om de boodschappentrolley die twee treden omhoog getild te krijgen. Vertwijfeld kijkt ze mij aan en vraagt: “U mag mij niet helpen hè?”.

“Inderdaad mevrouw, ik mag u niet helpen”, is mijn correcte maar onprettige antwoord.

Want het voelt niet goed, het voelt totaal niet goed! Door mijn weigering komt mevrouw nu onverwacht zonder boodschappen te zitten. Bovendien ontneem ik haar het plezier van het wekelijkse uitje. En dat enkel en alleen door die stomme ruilbus.

Zelf ben ik al twee keer gevaccineerd en ik schat in, dat dit voor haar ook geldt. Daarom schuif ik bruusk minister De Jonge en meneer Hermes figuurlijk aan de kant, spring van mijn chauffeursstoel en help mevrouw snel de bus in.

Haar dankbaarheid is uiteraard groot, een dankbaarheid die nog verder toeneemt als ik haar later die middag opnieuw kan helpen, nu met een goed gevulde boodschappentrolley!

Eugène Burgman,

chauffeur Buurtbus Waalre.

Stuur jouw foto
Mail de redactie
Meld een correctie

Uit de krant